dinsdag 9 september 2014

Trois Ponts en Vélomédiane Claudy Criquiélion


Ik reis op vrijdagmiddag met mijn zus Suzan af naar Trois Ponts. In de avond zullen Edwin met zijn zoon Jesper aankomen. Wij gaan fietsen, zij gaan abseilen, mountainbiken en andere vader-zoon activiteiten doen. Aangekomen in Trois Ponts, neem ik met de auto de route langs het kerkje, waarvan ik weet dat deze leid naar het park. Suzan houd de adem in, dit is steil !. Côte des Hezalles heet deze klim. Er zal ook nog wel een andere route zijn zeg ik, immers deze was alleen voor bestemmingsverkeer. Na wat omzwermingen komen we aan in het Landalpark gaan we een rondje fietsen. Park ligt op de Mont Fosse, bij het gehucht St Jacques, dus dalen we eerst af richting Trois Ponts, alwaar we lusje 1 van Ad6 Lusjes gaan volgen.
Dat zou het warming-up rondje zijn. Een klim brengt ons uit het dorp. We rijden langs veel braamstruiken, hier nog niet geplukt, de brameneters nemen waarschijnlijk niet de moeite zo ver te klimmen. Suzan vind het al stijl en als we steeds dichter onder de elektriciteitsdraden komen, word het steiler. Niet leuk voor haar, ze vraagt zich werkelijk af of dit wel het warming-up rondje is. We bereiken de top, bij het hoogspanningsstation en dalen richting de provinciale weg N66. Stukje richting Trois Ponts, maar let op, het is na de bocht plots linksaf. We klimmen weer, hier en daar steil. Op de top gaat het weer naar Trois Ponts terug in een vlotte afdaling met mooie 180 graden bocht aan het einde.
Suzan neemt de klim naar St Jaques vanaf de provinciale weg N66, ik die vanuit het dorp langs het kerkje. Lekker steil, dat zeker. Gelukkig heeft de uitzetster van het lusje een smiley getekend op het steilste stuk. Blijven lachen dus !
Ik pik Suzan op en we rijden naar het park terug.


Als we willen eten in Trois Ponts dan vind de italiaan dat hij vol zit, dus eten we traditioneel bij Restaurant de la Place.




Dag 2
Bergop vanaf de rivierbedding, naar beneden en dat herhaalt men , het recept voor de Vélomédiane Claudy Criquiélion. Suzan en ik vertrekken vanuit St Jacques richting La Roche. De autorit is op zich al een mooi voorproefje van wat komen gaat. Ik motiveer Suzan , die toch twijfels heeft of ze het wel aan kan, onderweg. In La Roche parkeren we vlot en schrijven ons in Suzan de korte variant, Petite Crique, en ik voor de Vélomédiane, oftewel de Crique . Deze laatste is een toertocht maar met tijdmeting, het is geen wedstrijd maar wel met podium. Geen wedstrijd, maar wel medailles. Voor de meeste rijders zal het een stijd worden zonder medailles, die worden verdeelt over een groepje elite renners die het niet tot prof hebben gebracht. De Petite Crique is 60 km korter en ontdaan van de steile stukken, een tocht voor genieters en prima voor Suzan die het met 500 trainingskilometers zal moeten doen. Ik zal regelmating met 12% en meer moeten handelen.


We gaan naar de start alwaar we gescheiden worden, de korte route start aansluitend op de lange. Ik sluit achter aan de deelnemers en wacht af. Achter mij loopt het nu snel vol en snel zie ik zie zowel voor als achter me alleen maar fietsers.


De laatste keer dat ik in een startvak stond was in 2011. Het is toch altijd weer een aparte ervaring. Je voelt de spanning, welke sommige trachten te lozen in de Ourthe.
Valt me op dat er een hoop Denen bij staan, praat wat met een man uit Maastricht en de speaker houd ons op de hoogte van de nog te wachten tijd.
Uiteindelijk word er afgeteld en komt de boel op gang. De brug over en klimmen. Ik kan direct een mooi tempo onderhouden en rij met een clubje mee naar voren. Zo gaat het totdat er weer afgedaald word.Op de klim begeleid soms een draaiorgel, soms een band of een accordeon de klim. In dorpjes publiek en kinderen die koekjes aangeven of een handje willen. Dit is echt een evenement dat leeft. Na het eerste zuidelijke lusje keren we terug in La Roche en gaat het richting het oosten. Na wat klimmen de mooie afdaling, waar ik tijdens mijn verslag van la chouffe classic al overschreef. Het plaatsnaam bord van Maboge doemt op en ik weet al genoeg. De brug steken we over en vanaf nu is het serieus steil, het heet niet voor niets de Mur de Vélomédiane. Over betonplaten, waarvan het gerucht gaat dat deze er liggen omdat het te steil is voor de asfalteer machine. Ik hark naar boven, sommige vliegen me voorbij, sommige staan stil. Boven gekomen gaat het met wat omwegen weer terug naar La Roche. Twee mannen van sunweb-napoleon cycling die me voorbij vlogen in het eerste steile stuk kwam ik later weer tegen met hun team. Zij maken er een trainingsritje van. Ik rijd even met hun mee tot de eerste ravitaillering, waar zij , omdat ze vanuit de auto bevoorraad werden, doorrijden. Snel vult iemand mijn uitgestoken bidon, ik pak ondertussen een reep en wat luikse wafels en weg ben ik weer. Men stelt hier alles in het werk om de stop zo kort mogelijk te laten duren.
Ik keer terug in La Roche en daar mogen we de Col de Haussire nemen. Deze gaat lekker al erger ik me aan de auto van sunweb-napoleon die ik na enkele pogingen kan passeren. Mopper nog wat naar de bijrijder, als je dan met een volgauto gaat rijden, hou het dan alleen bij hoofdwegen en ga niet op die smalle wegen in de weg rijden. Na de top daalt het even naar de provinciale weg, ook hier is de aansluiting prima afgezet en kan je vlot de bocht nemen. Daarna klimt het nog door tot Sampee. In de afdaling raak ik in een groepje, aan elkaar gewaagt, wat de rest van de tijd bij elkaar blijft.
Roche a Frène doemt op, brug over en klimmen. Deze voelt als onbekend, alhoewel ik later zie dat ik al eens reed in de Fleche Wallonie, en duurt toch best lang. Bovengekomen neem ik een plaspauze. Rest gaat voorbij en ik sluit weer achteraan aan. Ondertussen geniet ik van de uitzichten die telkenmale worden aangeboden. Ik stop bij de tweede ravitaillering. De groep deelt zich op in stoppers en doorrijders. Met de stoppers ga ik verder en op de N807 richting Hotton is het linksaf richting het dorpje Melines. Deze bocht was best link omdat er grind lag, blij dat deze goed liep. De Rue de L'Isbelle heet deze weg en een stukje verder duiken we een bossage in met enkele bochten kort achter elkaar. Ik stuur de tweede bocht in en de fiets schuift onder me vandaan. Schraap over het asfalt en al scheldend kom ik tot stilstand. Ik wil opstaan en kan mijn linkerarm niet zonder pijn optillen, ik grijp naar mijn linker schouder en voel daar een deuk die er niet hoort. Sleutelbeen stuk, ik wist het gelijk. Einde van deze Crique en voorlopig de fiets aan de wilgen. Het sluitstuk van de Crique, de Côte de Beffe zal nog moeten wachten tot een volgende keer.
Toen ik om me heen keek zag ik dat ik niet de enige was die er lag, nog twee lagen op de grond. Ik sta dan toch op en de inmiddels gestopte motor van de begeleiding heeft al een ambulance gebeld. Terwijl we staan te wachten zien we nog meer renners vallen. Het is hier echt glad, zonder dat de weg daarvoor aanwijzingen geeft. Na enige tijd komt de ambublance en met drie gaan we mee.
Ik had inmiddels contact met Suzan, de bikkel die net de kleine Crique had afgerond. Ze wacht bij de start, waar ik door de ambulance naartoe word gebracht. In de sporthal is de kleedkamer ingericht als behandellokaal en de dokter stelt vlot de diagnose "clavicula" . Uw mag naar het ziekenhuis met de ambulance. Suzan wacht eerst nog op terugkeer van mijn fiets terwijl ik op de eerste hulp word behandeld. Röntgen foto's worden gemaakt, ik word verder onderzocht en met een cd met de foto's, een sling om de schouders en recept mag ik het ziekenhuis verlaten. Suzan is inmiddels aangekomen en we rijden via de apotheek terug naar het huisje, alwaar we getrakteerd worden op de door Edwin voorbereidde gourmet, het smaakt me prima, al valt het vlees snijden niet mee.

Dag3
Ik voel me eigenlijk nog wel ok. Pijn is niet ernstig. Na ontbijt gaan Edwin en Jesper mountainbiken. Suzan en ik maken een wandeling genieten van het uitzicht en spotten paddenstoelen.


In de avond rijden we terug, ondanks verwondingen een mooi weekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten